‘We hebben fijne paarden beoordeeld en ook prettig gejureerd. Er werd vandaag niet overdreven gesprongen door de hengsten’, aldus Daan Nanning, voorzitter van de KWPN hengstenkeuringscommissie springen, na afloop van de eerste dag tweede bezichtiging in de persconferentie. ‘We hebben een koppel fijne hengsten en gaan de derde bezichtiging met plezier tegemoet. Vooral de laatste groep was niet de minste.’
Uit deze groep lichtte de voorzitter de opvallende cat. no. 131 Grodino (foto, Eldorado van de Zeshoek x Celano) uit als misschien wel meest opvallende van de dag. ‘Ik denk de meest complete hengst. Hij beschikt over een mooi model en sprong goed. We hebben sowieso een paar fijne Eldorado’s kunnen selecteren. Na de eerste bezichtiging hoorden we negatieve geluiden over zijn nafok, maar vandaag ziet de wereld er dus weer heel anders uit.’
Geen wedstrijd vrijspringen
Naast de hengsten die positief uit de verf kwamen was er ook aandacht voor hengsten die bleven staan, maar waar enige uitleg voor dit besluit welkom was. Een zeer opvallende springer was cat. no. 108 Gladstone (Chellthago Z x Upgrade). Toch viel voor hem het doek. Nanning: ‘Als het een wedstrijd vrijspringen was geweest, ging hij vandaag met het lint naar huis. Maar het kon niet qua model, met zijn bovenlijn, de verticale hals en de matige ontwikkeling. Hij sprong echter zeer goed. ‘ Waarna collega Cor Loeffen toevoegde: ‘We hebben uit dit lijntje al eerder een hengst via de VION Cup aangewezen (Edinburgh, PvP), dus het kan zomaar nog een keer gebeuren als deze hengst ook onder de man opvalt.’
Modern springpaard
Andere spraakmakende hengsten, voor wie het vandaag einde verhaal werd, waren onder andere 189 Gigolo SIH (Mr. Blue x Colino) en 209 G. Amelusina (Namelus R x Chin Chin). De wat weinig aansprekende zoon van Mr. Blue toonde zich een knap springpaard, al liet hij zeker geen techniek uit het boekje zien. Loeffen: ‘We hebben hem zo in in Ermelo zien springen en nu weer, dus zijn manier van springen is geen toeval en dat past in onze ogen niet bij een modern springpaard.’
En over de aansprekende zoon van Namelus die geweldige sprongen afwisselde met slechte momenten, zei voorzitter Nanning: ‘Hij deed hier hetzelfde als in Ermelo. Wij vonden dat hij te weinig hart toonde.’
Fransen naäpen
Tot slot kwam de afstand in het lijntje ter sprake. Opvallend vaak lijken de paarden op de KWPN-keuring minder mooi met het voorbeen te springen. Komt dit misschien omdat ze vanwege de kortere afstand minder plaats hebben bij de afzet? Nanning: ‘Het lijntje lijkt kort, maar de tweede afstand staat op 7,5 meter. Jaren terug was dit nog ongeveer zeven meter. Ik weet dat we nu een ander paard hebben, maar voor ons zegt het iets over de kwaliteit als een paard in staat is om het overzicht te behouden en terug te springen.’
Wat verder opviel was dat de breedte van de oxer in etappes werd opgebouwd. De lage oxer was minder breed dan de hoge oxer, die nu een breedte van 1m30 had in plaats van 1m20 andere jaren. Nanning: ‘We hebben dit systeem nageaapt van Frankrijk. Het bevalt ons goed. Dat we iets breder gaan is bewust. De breedte vertelt meer over het vermogen dan de hoogte.’ (foto: Jacob Melissen)
Bron: Hoefslag